Er zijn nog twee Gatso's "in leven"
"Kwik en Platje"
"Kwik" kan worden beschouwd als de voorloper van de 'echte' Gatso's. De naam verwijst naar het merk van de motor en het chassis: Mercury. Ook de latere grote Gatso’s maakten gebruik van die basis. Kwik was voorzien van een mooie tweepersoons roadstercarrosserie, die Gatsonides door carrosseriefabriek Schutter en Van Bakel in Amsterdam liet bouwen. De auto was speciaal gebouwd voor sportdoeleinden en werd onder meer door Gatsonides gereden in de sportwagenraces op Zandvoort in 1939 en tijdens de rallye Luik-Rome-Luik in hetzelfde jaar. Bijzonder is het feit dat de auto de Tweede Wereldoorlog heeft overleefd en in de jaren negentig weer opdook, ook nog in redelijke staat. Er is toen gelukkig voor gekozen om de auto weer rijdend te maken en de tekenen des tijds niet door een volledige restauratie te verwijderen.
Een ander verhaal is “Platje”, die na de oorlog werd gebouwd. Het is een vlakgebouwde (vandaar de naam) tweepersoons sportwagen zonder dak. Platje is gebaseerd op een Fiat-chassis en beschikt over een zescilinder Fiat-motor. De lijnen van het koetswerk kwamen uit de pen van de bekende tekenaar Jan Apetz. Ze komen helemaal overeen met die van de grote Gatso’s: ronde vormen en de typerende grille. Wat ontbreekt is de derde koplamp en de bult op de motorkap van de grote Gatso’s. Die zijn ook niet nodig, door de opstelling van de motor kon een platte motorkap worden ontworpen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de “Molshoop” die staande carburateurs had met verticale luchtinlaten die daardoor boven de op zich lage motorkap uitstaken. Op een aantal foto’s uit 1950 is de Molshoop zonder bult en derde lamp te zien. De auto was toen eigenlijk nog in aanbouw en door Gatsonides in allerijl voor de sportwagenraces op Zandvoort ingeschreven, voorzien van een houten vloer en nog ongespoten.
Platje verdween op een goed moment van het strijdtoneel en ook helmaal uit het zicht. Enkele decennia later werd de auto bij toeval ontdekt in een collectie en volledig gerestaureerd. Daarmee zijn Kwik en Platje de (tot op heden) enige overgebleven auto’s uit de Gatso-stallen.
"De Molshoop"
De snelste Gatso was de “Molshoop”, een 2+2 coupé op Mercury-basis met een vierliter achtcilinder Mercury in het vooronder. Kijk naar de foto’s van deze nog steeds indrukwekkende wagen en je begrijpt de bijnaam onmiddellijk. Ook de carrosserie van de Molshoop werd bij Schutter en Van Bakel gebouwd en bestond volledig uit aluminium. Dit maakte de auto relatief licht en zeer snel. Gatsonides zette de auto voor het eerst in tijdens de sportwagenraces in 1950 op Zandvoort. Na de Luik-Rome-Luik rallye in 1950 heeft Klaas Bernaards, transportondernemer in Bergen op Zoom en oom van de schrijver van deze tekst, de Molshoop van Gatsonides overgenomen. Hij was gek op autosport en heeft met de auto deelgenomen aan verschillende autosportevenementen, zoals de Brabant Grensrit, een aantal buitenlandse rallyes en de sportwagenraces op Zandvoort in 1951.
Samen met Gatsonides zou hij met de Molshoop deelnemen aan de Tulpenrallye van 1951. De heren beschikten echter beide over een fors ego en kregen kort voor de start een heftig meningsverschil over welke benzine- en oliemerk gebruikt zou moeten worden. Gatsonides zag vervolgens verbolgen van deelname af. Klaas Bernaards (ook niet mis) heeft toen in allerijl zijn jongere broer Laurens naar de start laten komen, hij wilde absoluut aan de start komen en de rallye toch rijden. Het gevolg was voor de berijders en de Molshoop niet zo prettig. De auto raakte behoorlijk beschadigd toen hij -nog wel onder de ogen van Gatsonides en de verzamelde pers in de persbus- spectaculair uit een bocht vloog. Wat moet die in zijn vuistje gelachen hebben…
De Molshoop werd echter hersteld, dit is goed te zien op een aantal foto's uit 1951. Welk lot de auto na 1951 ten deel is gevallen is niet feitelijk bekend. Er wordt verhaald dat de auto door een volgende eigenaar is ingezet tijdens toen populaire grasbaanraces. Dit betekent waarschijnlijk niet veel goeds en aangenomen mag worden dat deze snelste Gatso kort daarna jammerlijk onder de slopershamer terecht is gekomen. Eeuwig zonde van deze unieke auto. Klaas Bernaards was erg trots op zijn Gatso en legde uit voorzorg plaids op de met rood leer beklede banken. Geloof het of niet, die plaids zijn nog steeds in het bezit van zijn dochter Lisette, voorzien van een Schotse ruit in de kleuren van de auto: grijs (lakkleur) en rood (interieur).
Copyright tekst - Hans Verschuuren - 18 januari 2014
|